afb. Tony Zeeuwe
Copernicuslaan, in het plantsoen
afmetingen: 125 x 125 x 125 cm; (sokkel) 400 cm
Een abstract beeld dat bekend is onder verschillende benamingen, namelijk 'Energie', 'Industriële ontwikkeling', 'Geketende Hartstocht', terwijl het eerder in park Sonsbeek stond onder de naam 'Vliegende Figuur II'. De sokkel heeft een aparte vorm en maakt wezenlijk deel uit van het kunstwerk. Het beeld werd in 1958 aangeboden aan Burgemeester Loeff door de Bossche Industiële Kring. Burgemeester Loeff had zich altijd zeer ingespannen voor de werving van nieuwe industrieën voor 's-Hertogenbosch. In 1947 begon onder deze burgemeester de grootste stadsuitbreiding tot dan toe: plan West I en plan Zuid. In plan West I kwam de nadruk op de industrie. In 1957 vestigde zich de vijfentwintgste nieuwe industrie in 's-Hertogenbosch na de Tweede Wereldoorlog. | 67 |
Den Bosch heeft veel te lijden gehad gedurende de Tweede Wereldoorlog. Vooral tijdens de bevrijdingsdagen van oktober 1944 had de stad het zwaar te verduren. Maar zij richtte zich op. Onder de bezielende leiding van burgemeester Loeff begon men in 1947 aan de grootste stadsuitbreiding die de stad tot dan toe had gelend: plan West I en plan Zuid. Die hadden samen een even grote oppervlakte als het bebouwde gedeelte van Den Bosch van vóór de Tweede Wereldoorlog. In plan West I, dat het eerst werd uitgevoerd, kwam de nadruk te liggen op vestiging van industrie. In plan Zuid lag het accent op de woningbouw. He noordelijk gedeelte van het nieuwe industrieterrein in West, gelegen aan zowel de spoorlijn als aan de Dieze, was bestemd voor de zware industrie; het zuidelijk deel, ook aan de spoorlijn gelegen, voor de lichte industrie.
Met name burgemeester Loeff heeft zich bijzonder ingespannen voor de verwerving van nieuwe industrieën. In 1957 hadden zich sinds de oorlog 25 nieuwe industrieën in Den Bosch gevestigd. Dat was een toename met 40 procent, die voor een groot deel in West gerealiseerd was.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat het monument dat de Bossche Industriële Kring op 21 oktober 1958 aan het gemeentebestuur overdroeg, zijn plaats in West vond en wel aan de Copernicuslaan. Het beeld, nu Geketende Hartstocht geheten, was eerder tentoongesteld geweest in het park Sonsbeek in Arnhem onder de naam Vliegende Figuur II.
Het is van de hand van de belangrijke Nederlandse Beeldhouwer Wessel Couzijn, die werkzaam is geweest in Parijs, Rome, New York en Amsterdam. Wessel Couzijns werk kan gerekend worden onder het abstract expressionisme. Hij heeft verschillende prijzen gewonnen, waaronder de Nederlandse Staatsprijs in 1955 en 1967.
De Industriële Kring had als opdracht gegeven: een beeld waarin tot uiting kwam dat de industrie welvaart brengt. Het industriële element komt naar voren in de gebruikte materialen: brons voor het beeld zelf en beton voor de sokkel. De sokkel maakt door zijn vormgeving een wezenlijk onderdeel uit van het geheel. Zowel brons als beton zijn door mensen vervaardigde materialen.
In het beeld zelf kunnen we diverse vleugels onderscheiden in een energieke beweging die vooruitgang brengt. De vleugels gaan verschillende kanten uit, maar blijven met elkaar verbonden: eendracht maakt macht.
|